narrative sources
Print | Sluit venster | NaSo 1 van 1
P014
De laude Flandriae
12e eeuw
Gedichten
Latijn
Dioc. Terwaan
Graafschap Vlaanderen
INCIPIT
Flandria, dulce solum, super omnes terra beata,/ tangis laude polum, duce magno glorificata./ Flandria, Gallorum decus et robur generale...
EXPLICIT
...Mitto, remitto vale, bona Flandria, terra bonorum,/ rursus mando vale, proba Flandria terra proborum,/ Mando, remando vale, mea Flandria, terra meorum.
Geslacht: M- Bio: Was kanunnik te Sint-Omaars tijdens het laatste kwart van de 11de eeuw en het eerste kwart van de 12de eeuw. Hij was aldus een tijdgenoot van Lambert van Sint-Omaars. Waarschijnlijk doceerde hij de eerste beginselen aan de kapittelschool van Sint-Omaars of was hij er werkzaam in het scriptorium. Hij verbleef een tijdlang buiten Vlaanderen, de reden van deze 'ballingschap' is niet bekend.-Status auteur (orde, functie):
REDACTIE
Locatie:Sint-Omaars - Datering:opgesteld tussen 1110-1111 - Opdracht: /
OMVANG
44 verzen
CONTEXT
/
INHOUD
Een historisch gedicht over Vlaanderen.
BRONNEN
INVLOED
MANUSCRIPTEN
VERTALINGEN
(Nederlands) zie ed. VAN MIERLO.
EDITIES
BOUTEMY (A.), Receuil de textes historiques latins du moyen âge, Brussel, 1943 , 53-55
DELISLE (L.), Littérature latine et histoire du moyen âge, Parijs, 1890 , 29-31
VAN ACKER (L.), Petrus Pictor, Carmina, Turnhout, 1972 , 56-58
VAN MIERLO (J.), De Laude Flandriae. Een 'lof van Vlaanderen' uit het begin der XII eeuw, van Petrus Pictor, Brugge, 1944
WATTENBACH (W.), 509-510
LITERATUUR
DE SMET (J.M.), Aantekeningen over Lambert van Sint-Bertijns, Lambert van Sint-Omaars en Petrus Pictor in verband met het Liber Floridus, in: Miscellanea Historica in honorem Leonis van der Essen, I, Brussel, Parijs, 1947 238-243
DONNINI (M.), Il "racconto" sull'amore incestuoso in Petro Pittore, in: Semiotica della novella latina. Atti del seminario interdisciplinare "La novella latina", Roma, 1986 237-246
DThC, XII/2 (E. Amman, 1935) 2036-2038
Grundriss der Romanischen Literaturen des Mittelalters, XI/1 (Heidelberg, 1972-1986) 638
HAURÉAU (B.), in: Notices et extraits de quelques manuscrits latins, I, Parijs, (1890); II (1891); III (1892) 210-226
HEENE (K.), 'Petrus Pictor en Thomas Cantimpratensis. Een impressie van de Mediolatijnse letterkunde in de Nederlanden', in: R. Jansen-Sieben, et al. (eds.), Medioneerlandistiek. Een inleiding tot de Middelnederlandse letterkunde (Hilversum, 2000) 53-67
Histoire littéraire de la France, 13 (1814) 429-433
LAMBERT (V.), ‘Oorsprongsmythe en nationale identiteit. De forestiers van Vlaanderen’, in: De Leiegouw, 48 (2006) 218-221
LANGOSCH (K.), Bemerkungen zur kritischen Ausgabe der Carmina des Petrus Pictor, in: Mittellateinisches Jahrbuch, 11 (1976) 45-52
Lexikon für Theologie und Kirche, VII (W. Eckert, 1963) 376
MANITIUS (M.), Geschichte der lateinischen Literatur des Mittelalters, vol.III, Vom Ausbruch des Kirchenstreits bis zum Ende des zwolften Jahrhunderts (München, 1959-1964) 877-883
MOLINIER II 1947
STOHLMANN (J.), Zur Überlieferung und Nachwirkung der Carmina des Petrus Pictor, in: Mittellateinisches Jahrbuch, 11 (1976) 53-91
VAN ACKER (L.), in: Nationaal Biografisch Woordenboek, VI (1974) 768-773
VAN ACKER (L.), Petrus Pictor en zijn 'De laude Flandriae', in: De Franse Nederlanden (1983) 129-145
WATTENBACH (W.), Deutschlands Geschichtsquellen im Mittelalter bis zum Mitte des dreizehnten Jahrhunderts, 2 (Berlin, 1893-1894) 171-172, 264
WATTENBACH (W.), HOLTZMANN (R.), Deutschlands Geschichtsquellen im Mittelalter. Deutsche Kaiserzeit (Berlin/Tübingen, 1938-1948, I/4) 710, 773
WILLEMS (L.), Biographie nationale 17 (1903) 466-470
ZWIERLEIN (O.), Spuren der Tragödien Senecas bei Bernardus Silvestris, Petrus Pictor und Marbod von Rennes, in: Mittellateinisches Jahrbuch, 22 (1987) 171-196
LINKS
Desiderata:


Naam van de Medewerker:
Martine De Reu

Update:
2012-05-08 16:37:27