narrative sources
Print | Sluit venster | NaSo 1 van 1
NL0186
Hollantsche cronike
15e eeuw
Kronieken
Nederlands
Dioc. Utrecht
INCIPIT
Opdracht: Eersamen ende gheduchten vaderen edelen princen ende heren Vrederic van blanckenheym bisscop der heiliger kercke van Utrecht. ende Wilhelm hertoge ende graue...-- Proloog: Mer om dat ic nyet en wille dat miin zin yet verderve stille te liggen in ledichen, zo begin ic ons croniken die tijt te bescriven...
EXPLICIT
des hi over al Vrancrijc tmeen ghebet heeft.
Geslacht: M- Bio: Claes Heynenzoon (ca. 1345-1414) is als heraut Beyeren in bronnen aanwijsbaar van 1403 tot 1414. Heraut Beyeren kan met zijn omvangrijke productie beschouwd worden als de belangrijkste geschiedschrijver aan het Hollandse hof tijdens de regering van Willem VI (1404-1417). Gedurende zijn periode aan het Hollandse hof schreef hij o.a. het tweeluik Wereldkroniek-Hollantsche cronike. Tevens vervaardigde hij het zogenaamde Haagse handschrift, zijn zogenaamde Kladboek en het Wapenboek Beyeren. Voor zijn ambtsperiode aan het Hollandse hof was Claes Heynenzoon als heraut Gelre in dienst van het Gelderse hof. In zijn Gelderse periode vervaardigde hij o.a. het wereldberoemde Wapenboek Gelre. Voordat Claes Heynenzoon in Gelderse dienst kwam, is hij in de jaren 1371-1373 en 1376 onder zijn eigen naam in dienst geweest als bode bij Jan van Blois, heer van Schoonhoven. In 1986 wist Van Anrooij het sluitende bewijs te leveren dat Claes Heynenzoon, heraut Beyeren en heraut Gelre dezelfde persoon waren. (NaSo 1743 - 1746): De schrijver noemt zich in de proloog: ...zoe heb ic beyeren begonnen uten latine in corten prosen te duuts… (NaSo 1750 - 1752): Verbij-Schillings (1995) 91, oppert de mogelijkheid dat heraut Beyeren deze fragmenten zelf geschreven heeft-Status auteur (orde, functie):
REDACTIE
Locatie:Het graafschap Holland - Datering:afgesloten op 25 mei 1409. Naast de hier beschreven Hollands-Utrechtse versie van de Hollantsche cronike heeft heraut Beyeren ook nog een Hollandse versie (zie NL0185) geschreven. De Hollandse versie is ouder dan de Hollands-Utrechtse versie. De Hollands-Utrechtse versie vormt samen met de lange versie van de Wereldkroniek (zie NL0184) een tweeluik; de Wereldkroniek is te beschouwen als voorwerk van de Hollantsche cronike - Opdracht:Aan de proloog gaat een dubbele opdracht aan graaf Willem VI (1404-1417) en de Utrechtse bisschop Frederik van Blankenheim (1393-1419) vooraf
OMVANG
/
CONTEXT
/
INHOUD
Kroniek van Holland en Utrecht vanaf de regering van keizer Octavianus tot in het jaar 1409.
BRONNEN
klassieke auteurs (Macrobius, Sallustius, Vergilius) (anoniem prozafragment betreffende de Henegouws-Hollandse graven Jan II en Willem III, verwant aan de kronieken van Jean d'Outremeuse en Melis Stoke; anonieme fragmenten betreffende Willem V en Albrecht van Beieren; gedicht op de slag bij Stavoren; anoniem prozafragment betreffende Willem V.)
Cato (een aan Cato toegeschreven distichon)
Croniken van den Stichte van Utrecht ende van Hollant (Croniken van den Stichte van Utrecht ende van Hollant (vertaling met vermeerderingen van de Chronographia van Johannes Beke, zie ook NL0551, NL0552, NL0201-NL0204))
Jacob van Maerlant, Spiegel historiael
Johannes Beke, Chronographia (NaSo-Link)
Korte kroniek van Brabant
Korte kroniek van Holland
Lodewijk van Velthem, Voortzetting van de Spiegel historiael
Martinus van Troppau, Chronicon pontificum et imperatorum
Melis Stoke, Rijmkroniek van Holland (NaSo-Link) (NaSo-Link)
Vrudengehr, Ein jammerliche clage (Vrudengehr, Ein jammerliche clage(?))
INVLOED
Chronogrammist, kroniek (Chronogrammist, kroniek (zie NL0182))
Clerc uten Laghen Landen, kroniek (Clerc uten Laghen Landen, kroniek (C044))
Dirc Potter, Der minnen loep en Bloem der deugden (Dirc Potter, Der minnen loep, Blome der doechden? (Het is niet uit te sluiten dat Potter toegang had tot dezelfde bronnen als de heraut.))
Edmond de Dynther, Chronica nobilissimorum ducum Lotharingiae et Brabantiae ac regum Francorum (Eén van de handschriften van de Hollantsche cronike (hs. Brussel, KB: 5753-59) was in bezit van Emond de Dynter. Zou het zo kunnen zijn dat De Dynter deze kroniek als bron gebruikt heeft voor zijn Chronica nobilissimorum ducum Lotharingiae et Brabantiae (zie Verbij-Schillings 1995, 270.)?)
Gouds kroniekje (anonieme samensteller, Gouds kroniekje (zie NL0177), maakte gebruik van zowel de Hollantsche cronike als van de Wereldkroniek (zie NL0183-0184))
MANUSCRIPTEN
VERTALINGEN
EDITIES
VERBIJ-SCHILLINGS (J.), Beeldvorming in Holland. Heraut Beyeren en de historiografie omstreeks 1400 (Amsterdam 1995, Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 13) 308 (fragment)
LITERATUUR
BEELAERTS VAN BLOKLAND (W.A.), Beijeren quondam Gelre armorum rex de Ruyris. Eene historisch-heraldische studie ('s-Gravenhage 1933)
Bibliotheca Neerlandica Manuscripta
BRUCH (H.), Supplement bij de Geschiedenis van de Noord-Nederlandsche geschiedschrijving in de Middeleeuwen (Haarlem, 1956) 36-9
CARASSO-KOK (M.), Repertorium van verhalende historische bronnen uit de middeleeuwen. Heiligenlevens, annalen, kronieken en andere in Nederland geschreven verhalende bronnen (Bibliografische reeks van het Nederlands Historisch Genootschap) ('s-Gravenhage, 1981) no 201
GORISSEN (F.), 'Jan Maelwael und die Brüder Limburg. Eine Nimweger Künstler-Familie um die Wende des 14. Jahrhunderts', in: Bijdragen en Mededelingen van de vereniging Gelre, 54 (1954) 180-190
LEVELT (S.), Jan van Naaldwijk's Chronicles of Holland. Continuity and Transformation in the Historical Tradition of Holland during the Early Sixteenth Century (Hilversum, 2011) 43-47
MULLER (S.), Lijst van Noord-Nederlandsche kronijken, met opgave van bestaande handschriften en litteratuur (Utrecht, 1880) 21-3
MULLER Fz. (S.), 'Die Hollantsche Cronike van den Heraut. Eene studie over de Hollandsche geschiedbronnen uit het Beijersche tijdperk', in: Bijdragen voor Vaderlandsche Geschiedenis en Oudheidkunde, 3e r. 2 (1885) 1-124
POTTHAST (A.), Bibliotheca Historica Medii Aevi, Wegweiser durch die Geschichtswerke des europäischen Mittelalters bis 1500, II (Berlin, 1896) 307
VAN ANROOIJ (W.), 'Heraut Beyeren en heraut Gelre: oude theorieën in nieuw perspectief', in: Bijdragen en mededelingen betreffende de geschiedenis der Nederlanden, 101 (1986) 153-176
VAN ANROOIJ (W.), 'Maerlant, Heraut Gelre en de Korte kroniek van Holland', in: Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 108 (1992) 289-323
VAN ANROOIJ (W.), Spiegel van ridderschap. Heraut Gelre en zijn ereredes (Amsterdam 1990, Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 1)
VERBIJ-SCHILLINGS (J.), 'Het beeld van de Friezen in de Hollandse geschiedschrijving van de vijftiende eeuw', in: PH. H. Breuker, A. Janse, eds. Negen eeuwen Friesland-Holland. Geschiedenis van een haat-liefdeverhouding (Zutphen, 1997) 109-119
VERBIJ-SCHILLINGS (J.), 'Hofcultuur en hofvermaak. Het Haagse hof in de middeleeuwen (1248-1462)', in: H. Foppe, ed. In Den Haag geschied: 750 jaar in verhalen en beschouwingen (Den Haag 1998) 33-53
VERBIJ-SCHILLINGS (J.), 'Vanuit Hollands perspectief: een geschiedenis van de Friezen', in: Philologia Frisica Anno 1996. Lezingen fan it fjirtjinde Frysk filologenkongres 23, 24 en 25 oktober 1996 (Ljouwert, 1998) 71-92
VERBIJ-SCHILLINGS (J.), ‘Heraut Beyeren’, in: G. Dunphy, ed. The Encyclopedia of the Medieval Chronicle (Leiden/Boston, 2010) 775-776
VERBIJ-SCHILLINGS (J.), ‘Un héraut-historien au début du XVe siècle: Bavière (autrefois Gueldre)’, in: Revue du Nord, 88/ 366-367 (2006) 693-707
VERBIJ-SCHILLINGS (J.), Beeldvorming in Holland. Heraut Beyeren en de historiografie omstreeks 1400 (Amsterdam 1995, Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 13)
VERBIJ-SCHILLINGS (J.), ed.
VERBIJ-SCHILLINGS (J.), Heraut Beyeren en de Clerc uten laghen landen. Hollandse kroniekschrijvers ca 1410', in: Tijdschrift voor Nederlandse Taal-en Letterkunde, 107 (1991) 20-42
VERBIJ-SCHILLINGS (J.), Van Gode ghecroont. Laatmiddeleeuwse voorstellingen van vorstelijk gezag, in: R.E.V. Stuip en C. Vellekoop, eds. Koningen in kronieken (Hilversum, 1998) 163-180
LINKS
Desiderata:
Eén van de handschriften van de Hollantsche cronike (hs. Brussel, KB: 5753-59) was in bezit van Emond de Dynter. Zou het zo kunnen zijn dat De Dynter deze kroniek als bron gebruikt heeft voor zijn Chronica nobilissimorum ducum Lotharingiae et Brabantiae (zie Verbij-Schillings (1995) 270)?

Naam van de Medewerker:
Jelma Hoekstra

Update:
2012-10-21 13:13:13