narrative sources
Print | Sluit venster | NaSo 1 van 1
NL0268
Opusculum de gestis illustrium dominorum de Egmonda
15e eeuw
Genealogieën
Kronieken
Latijn
Dioc. Utrecht
Graafschap Holland
INCIPIT
Cum enim magnorum illustrium virorum...
EXPLICIT
...plures filios et filias naturales.
Geslacht: M- Bio: -Status auteur (orde, functie):
REDACTIE
Locatie:Het graafschap Holland, waarschijnlijk in de naaste omgeving van de heren van Egmond - Datering:2de helft 15e eeuw(?) - Opdracht: /
OMVANG
/
CONTEXT
Deze vrij uitvoerige en een andere in het Latijn geschreven versie (NL0269) geven waarschijnlijk de oudste traditie weer met betrekking tot de afstamming van de heren van Egmond. Deze kronieken voeren het geslacht terug tot de Friese koning Radbod. Daarnaast is er een kroniek, die het ontstaan van het geslacht uit de advocatuur van de abten van het klooster te Egmond voorop stelt (NL0270). De auteurs van de in het Nederlands geschreven kronieken (NL0271, NL0272) stellen zich kritisch ten opzichte van de afstamming op. Willem van Berchen neemt in de door hem geschreven codex een kroniek van de heren van Egmond op (NL0295); ook de kroniek over de abten van het klooster te Egmond, door Jan Gerbrandszoon van Leiden (NL0286, NL0287), bevat gegevens over de heren van Egmond.
INHOUD
Kroniek van de heren van Egmond, over de jaren 440-1463.
BRONNEN
INVLOED
MANUSCRIPTEN
VERTALINGEN
EDITIES
LITERATUUR
CARASSO-KOK (M.), Repertorium van verhalende historische bronnen uit de middeleeuwen. Heiligenlevens, annalen, kronieken en andere in Nederland geschreven verhalende bronnen (Bibliografische reeks van het Nederlands Historisch Genootschap) ('s-Gravenhage, 1981) no 164
DE MOOR (G.), 'Het cisterciënzerinnenklooster Leeuwenhorst (1261-1574) en de familie Van Egmond (van Merenstein, van Kenenburg)', in: De Nederlandse Leeuw, 102 (1985) 10-12
DE MOOR (G.), Verborgen en geborgen. Het cisterciënzerinnenklooster Leeuwenhorst in de Noordwijkse regio (1261-1574) (Hilversum 1994) 36
DEK (A.W.E.), Genealogie der heren en graven van Egmond ('s-Gravenhage 1958)
JANSE (A.) ‘Vorstelijk en autochtoon: het Friese verleden van de Egmonds’, in: R.H. Bremmer, L.G. Jansma en P. Visser, eds. Speculum Frisicum, stúdzjes oanbean oan Philippis H. Breuker (Leeuwarden, 2001) 45-57
JANSE (A.), ‘Hollandse Adelskronieken’, in: G. Dunphy, ed. The Encyclopedia of the Medieval Chronicle (Leiden/Boston, 2010) 811-812
JANSE (A.), Ridderschap in Holland. Portret van een adellijke elite in de late Middeleeuwen (Hilversum, 2001)
LULOFS (M.), 'Die van Brero heeft men eens gesien. De Brederode-kroniek van Jan van Leyden (ca. 1485)', in: B. Ebels-Hoving, C.G. Santing, C.P.H.M. Tilmans, eds. Genoechlicke ende lustige historiën. Laatmiddeleeuwse geschiedschrijving in Nederland (Hilversum 1987) 79-100
MULLER (S.), Lijst van Noord-Nederlandsche kronijken, met opgave van bestaande handschriften en litteratuur (Utrecht, 1880) 88-89
ROEFS (V. J. G.), De Egmondsche abtenkroniek van Iohannes a Leydis 0. Carm. (Sittard 1942, diss. Nijmegen) 81-90
VAN BERESTEYN (E.A.), Genealogisch Repertorium, 2 dln., bijgewerkt tot 1970 door H. L. KRUIMEL ('s-Gravenhage 1972)
LINKS
Desiderata:
De onderlinge verhouding tussen bovengenoemde kronieken zou nader onderzocht moeten worden, evenals hun relatie tot het werk van Theodericus Pauli (NL0278, NL0279, T017) en de tweede redactie van de Hollandse kroniek van Jan Gerbrandszoon van Leiden (NL0285). Daarbij zou ook het zich in Trier bevindende handschrift, geïnterpoleerd met een Egmondse kroniek naar Pauli, bekeken moeten worden.

Naam van de Medewerker:
Renée Nip

Update:
2010-12-12 14:06:08