narrative sources
Print | Sluit venster | NaSo 1 van 1
2175
Cy après s'ensievent les épythaphes de Hector et Achilles, ensemble le procès de eulx deux, dont Alexandre le Grant est le seul juge
Les Épitaphes de Hector, fils de Priam, roy de Troye, et de Achilles, fils de Péleus, roy des Myrmydoines, et est contenu au procès de cestuy traité les complaintes d'iceulx chevaliers, présent Alexandre le Grant
La complainte d'Hector
15e eeuw
Gedichten
Frans
Bourgondische Nederlanden
INCIPIT
Pour cause que en plusieurs hautes histoires et au tableau des humaines mémoires, maintes choses du temps jadis passées sont plusieurs fois prises et réoitées ...
EXPLICIT
... Vous en avez exemple de mémoire pour à jamais, en la présente hystoire. Sy prye à Dieu que'elle soit bien voulue; preneé-en gré: George vous en salue.
Geslacht: M- Bio: Geboren te Lede (?) uit het huwelijk van Jan Castelain, een Gentse schipper, en Marie van Massemen, een dame van de lagere Vlaamse adel (omwille van financiële tegenspoed ruilden zijn ouders tussen 1410 en 1415 het Gentse stadsleven noodgedwongen in voor een kortstondig plattelandsbestaan in het land van Aalst); 1430-1432: studies te Leuven; 1433: kortstondig in militaire dienst van Filips de Goede (achterstallige betaling in 1434); 1439 (en vermoedelijk ook de jaren voordien): actief in het Gentse handelsleven, maar zonder veel succes; 1441: aan het hof van de Franse koning Karel VII; vanaf 1446 uiteindelijk in dienst van de Bourgondische hertogen Filips de Goede en Karel de Stoute: in 1455 officiële historiograaf, in 1457 hertogelijk raadgever, in 1473 ridder; (?ca. 1414/+20 maart 1475) (Small).-Status auteur (orde, functie):
REDACTIE
Locatie: / - Datering:1454 - Opdracht:In opdracht van hertog Filips de Goede
OMVANG
/
CONTEXT
Het gedicht was bedoeld als een toneelstuk dat werd voorgedragen op de feestelijkheden tijdens het bezoek van de hertog en hertogin van Orléans aan Filips de Goede op het einde van september 1454. Het was een allegorie op de moord van Filips vader Jan Zonder Vrees, voorgesteld als Hector in het gedicht, die was uitgevoerd op het bevel van, de toenmalige Dauphin, Karel VII, die door Achilles wordt gerepresenteerd. Deze moord had zware gevolgen voor de Bourgondisch-Franse relaties. Dit dichtwerk had dan ook de bedoeling de Franse ‘Orleanisten’ hiervoor te vernederen en verantwoordelijk te stellen en om hen te herinneren aan de zonden die zij hadden begaan.
INHOUD
De proloog start met een verheerlijking van Hector en een veroordeling van Achilles. Het eigenlijke stuk verhaalt hoe Alexander stopt bij de graftombes van Hector en Achilles, waar hij de beide helden lovend aanspreekt. Hector antwoordt met het advies Achilles niet te snel te loven, zijn overwinning was immers veeleer het gevolg van verraad dan van vaardigheid. Op aanraden van Alexander bekent Achilles zijn misdaad en hij smeekt Hector hem te vergeven, waarna Hector zijn moordenaar gracieus vergeeft. Het stuk eindigt door het publiek aan te raden dat zij moeten leren van wat zij zonet hebben aanschouwd.
BRONNEN
INVLOED
MANUSCRIPTEN
VERTALINGEN
EDITIES
DE LETTENHOVE (K.) (ed.), Oeuvres de Georges Chastellain, 6 (Bruxelles, 1863-1866) 167-202
LITERATUUR
MOODEY (E.), 'Historical identity in the Burgundian Netherlands: the role of manuscripts', in: J.F. Hamburger, A.S. Korteweg (eds.), Tributes in Honor of James H. Marrow: Studies in painting and manuscript illumination of the Late Middle Ages and Norhtern Renaissance (London, 2006) 343-351 (344)
SELÁF (L.), 'Nagy Sándor és a trójaiak a burgundi irodalomban.', Aetas: Történettudományi folyóirat, 3 (1999) 35-121
LINKS
Desiderata:


Naam van de Medewerker:
Xavier Baecke

Update:
2012-09-13 11:57:09