Locatie:Het graafschap Holland - Datering:kort na 1345 - Opdracht: /

4 fol.

Dit gedicht is overgeleverd in het zogenaamde Haagse Liederboek. In een andere verzameling liederen (Berlijn, SPK: Germ. qu. 284, f. 57r-60r (Een afschrift, in 1821 gemaakt door Hoffmann von Fallersleben, bevindt zich in 's-Gravenhage, KB: hs. 74 B 2.) en Germ. fol. 922, f. 14r-17r) bevindt zich een in het Middelhoogduits geschreven gedicht Von deme Greven van Holland, dat naar tekst en inhoud verschilt van Ein jammerliche Clage, hoewel het ook de dood van graaf Willem IV bezingt (of van Willem III 1337?).

Klaaglied op de dood van Willem IV, graaf van Holland-Zeeland en Henegouwen (1337-1345).

Den Haag, Koninklijke Bibliotheek, 128 E 2 (Link)

BUDDINGH (D.), Archief. Geschied- en letterkundig mengelwerk (Gorinchem 1859) 7-27
KOSSMANN (E. F.), Die Haager Liederhandschrift. Faksimile des Originals mit Einleitung und Transskription (Den Haag 1940) 53-60
VAN VLOTEN (J.), 'Onuitgegeven verzen van Noydekin, Pieter Vreugdegaer, Jan Vrouwentroost, Jan van Gulick, Augustijnken van Dordrecht en anderen', in: De Dietsche Warande 9 (1871) 6-23

Bibliotheca Neerlandica Manuscripta
BRANDIS (T.), Mittelhochdeutsche, mittelniederdeutsche und mittelniederländische Minnereden. Verzeichnis der Handschriften und Drucke (München 1968) nrs 477, 478
BRINKMAN (H.), 'The composition of a fifteenth-century aristorcratic library in Breda: the books of John IV of Nassau and Mary van Loon', Quaerendo 23 (1993) 163-183
CARASSO-KOK (M.), Repertorium van verhalende historische bronnen uit de middeleeuwen. Heiligenlevens, annalen, kronieken en andere in Nederland geschreven verhalende bronnen (Bibliografische reeks van het Nederlands Historisch Genootschap) ('s-Gravenhage, 1981) no 392
COLLAES (H.), 'Aanteekening op 'Een jammerliche Clage'', De Dietsche Warande n.r. 1 (1876) 113-119
DESCHAMPS (J.), Middelnederlandse geschriften uit Europese en Amerikaanse bibliotheken, tentoonstellingscatalogus (Brussel 1970, Leiden 1972(2)) 129-131
FLACH (J.), 'Beeldspraak in Middelnederlandse lyriek' in: F. WILLAERT e.a. ed., Een zoet accoord. Middeleeuwse lyriek in de Lage Landen (Amsterdam 1992) 170-186
HEIJBROEK (J. F.), in: Geschiedenis van Breda. De Middeleeuwen (Tilburg 1952, fotogr. herdr. Schiedam 1975) 288
HELM (K.), 'Zu Suchenwirts Ehrenreden', in: Beiträge zur Gesch. der deutschen Sprache und Lit., 62 (1938) 383-390
HOGENELST (D.) en RIERINK (M.), 'Praalzucht, professionalisme en privécollecties. De functie van Middelnederlandse profane liedverzamelingen rond 1400' in: F. WILLAERT e.a. ed., Een zoet accoord. Middeleeuwse lyriek in de Lage Landen (Amsterdam 1992) 27-55
KNUVELDER, Ned. Letterk., I (5de druk) 270
MARTIN (E.), 'Mittelrheinische und niederländische Gedichte in einer Berliner Hs.', Zeitschrift für deutsches Altertum 13 (1867) 361
NIJLAND (J. A.), Gedichten uit het Haagsche Liederhandschrift uitgegeven en toegelicht uit de Middelhoogduitsche lyriek (Leiden 1896, diss. Leiden) 134-136
PETIT (L.D.), Bibliographie der Middelnederlandsche taal- en letterkunde (Leiden, 1888-1910) nr. 598 g
RAMONDT (M.), 'De Middelnederlandse sproken in hun verhouding tot de werkelijkheid en de Duitse literatuur', Neophilologus, 27 (1942) 300-312
RAMONDT (M.), 'Problemen in en om het Haagse liederenhandschrift', Tijdschr. v. Ned. Taal- en Letterk. 63 (1944) 63-81
VAN ANROOIJ (W.), Spiegel van ridderschap. Heraut Gelre en zijn ereredes (Amsterdam 1990, Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 1) 121-122
VAN VLOTEN (J.), ed. 24-25
VOSTERS (S.A.), Het beleg en de overgave van Breda in geschiedenis, literatuur en kunst 3 dln. (Breda: Gemeentelijke archiefdienst 1993)