Locatie:Warmond(?) - Datering:na c.1413 (Overgaauw, 64-66). Het laatste kapittel staat los van de voorgaande vier en vermeldt hoe de relieken van Basilia in het klooster Kamp waren gekomen. Hierin wordt verwezen naar visioenen van Elizabeth van Schönau, waarin de namen van de betrokken heiligen waren onthuld. Eraan toegevoegd is een alinea waarin de schenking van Basilia's relieken wordt beschreven aan Jan van Warmond. Hij bracht ze onder in het door hem gestichte cisterciënzerklooster Mariënhaven in Warmond. De vita wordt in het Parijse hs. gevolgd door vier lofdichten op Basilia, de eerste van een anonieme auteur, de laatste drie van Frederik van Heilo (zie NL0341) - Opdracht: /

/

Jan van der Woude, heer van Warmond, was een gunsteling van graaf Albrecht van Beieren en stichtte ook in 1410 het Ursulaklooster in Warmond (Tertiarissen).

Basilia was een Siciliaanse prinses die met haar moeder Gerasina, zusters Juliana, Aurea en Victoria en broer Adrianus de martelaarsdood stierven in het gevolg van de heilige Ursula.

klassieke auteurs (Macrobius, Sallustius, Vergilius) (De vita is onafhankelijk ontstaan van de Ursulalegende van Jacobus de Voragine (1228/9-1298) en de aan Herman-Jozef van Steinfeld (1155/6-na 1225) toegeschreven visioenen, waarin Basilia ook voorkomt.-- St Basilia's Life came into existence independent from St Ursula's legend by Jacobus de Voragine (1228/9-1298) and the visions attributed to Herman-Jozef van Steinfeld (1155/6-na 1225), which also mention St Basilia.)

Die legend van sinte Basilia (Die legend van sinte Basilia (NL0252) en de gedichten in het Parijse hs)

(Niet opgegeven) Cfr. LEIDEN, UB: Ltk 263 f. Iv-IIv, uitgegeven: OVERGAAUW, 173-177.

OVERGAAUW (E.A.), 'Relieken, legenden en poëzie. De verering van de heilige Basilia bij de Cisterciënzers van Mariënhaven in Warmond', Nederlands Archief voor Kerkgeschiedenis 74 (1994) 66-72, 180-192

OVERGAAUW (E.A.), 'Textes hagiographiques et d'histoire monastique dans un manuscrit originaire de Saint-Sauveur d'Anvers (Paris, B.N. lat. 10886)', Cîteaux 39 (1988) 79-97
OVERGAAUW ed. 58-66, 177-180