narrative sources
Print | Sluit venster | NaSo 1 van 1
2171
Vita sancti Bavonis confessoris Christi
Vita prima Bavonis
9e eeuw
Hagiografie
Latijn
Dioc. Doornik
Koninkrijk West-Francië
INCIPIT
Vilem et infimum cunctis poscere videris populis meque indoctum queris nitere virum per Scithias gentes et Parthias patrias. ... Bonorum parvulorum indoles non tam dignitate generis quam moribus clarescere solet, Domino approbante, qui dixit ... Igitur Allowinus, quod nomen sacro accepit babtismate, quem vulgus Bavonem nominat, genere nobili, parentibus inclytis, Hasbaniense editus ducatu, uxori iunctus est, filiae videlicet Adilionis comitis, de qua genuit Agglethrudem, prolem dignam Deo, virginem Christi, cui in primis annorum crepundiis vox summo missa persultavit throno altissimi: ...
EXPLICIT
Sepultus namque est vir Dei cum magnifico honore in loco qui dicitur Gandavum castrum, cuius nunc cenobium aperte vocatur Ganda. Ubi multa fidelibus praestantur orationum eius beneficia, et laudatur ab omnibus nomen domini Iesu Christi; cui est cum aeterno Patre et Spiritu sancto virtus, honor, gloria et imperium, lans et pestas per infinita saecula saeculorum. Amen.
Geslacht: M- Bio: -Status auteur (orde, functie):
REDACTIE
Locatie:Sint-Baafsabdij te Gent - Datering:eerste helft van de negende eeuw (Van der Essen, 1907) - Opdracht:Geschreven in opdracht van abt Einhard (Van der Essen, 1907), Declercq (2005) wijst er echter op dat de adressering in de proloog eerder op een bisschop dan een lekenabt wijst.
OMVANG
3797 woorden
CONTEXT
Het leven was vooral geschreven om de lokale cultus van Bavo te ondersteunen en te promoten. Hij wordt voorgesteld als het voorbeeld voor de kanunniken. Daarnaast wijst Declercq (2005) echter op een breder discours. Ten eerste transformeert de vita het kluizenaarsbestaan van Bavo in het Karolingische paradigma rond hermetisme als een vorm van teruggetrokken maar niettemin monastiek leven. Ten tweede, door zich te conformeren aan dit Karolingische ideaal, verzet de vita zich tegen een ander, namelijk de druk die werd uitgevoerd op de kloostergemeenschap om zich te hervormen volgens de regel van Benedictus. Door Bavo, een kluizenaar die kiest voor een hard leven, naar voren te schuiven als voorbeeld, benadrukken de kanunniken de grotere waarde van een harder leven tegenover het leven voorgeschreven door de regel van Benedictus.
INHOUD
De eerste levensbeschrijving van Sint-Bavo. Bavo was een edelman uit de Haspengouw, die slechts later een religieus leven zou leiden. Slechts met de dood van zijn echtgenote, een dochter van de Frankische graaf Adilio, werd hij een leerling van Sint-Amandus, die toen door de Haspengouw aan het rondtrekken was (ca. 630-639). Rond 650 kwam Bavo naar Gent om daar in het klooster te treden dat zijn leermeester er had opgericht. Dat soort religieus leven bleek echter niets voor Bavo te zijn en hij koos ervoor om als een kluizenaar in de buurt van Gent te leven (wellicht in Mendonk (zie Declercq, 2005)). Hij stierf als kluizenaar (voor 659) en hij werd in zijn cel begraven, waar ook een ‘oratorium’ was gebouwd. Zijn overblijfselen werden echter al snel overgebracht naar de abdij van Gent (2e helft van de 7e eeuw), waardoor de abdijgemeenschap zich sterk zou gaan identificeren met deze heilige en zijn cultus. Dat leidde er uiteindelijk toe dat vanaf de negende eeuw de abdij werd vernoemd naar Sint-Bavo (Verhulst, 1986). De eerste vita werd geschreven om deze lokale cultus, die belangrijke inkomsten en prestige voor de abdij genereerde, te ondersteunen. Om het verband tussen de abdij en de heilige te benadrukken, wordt Bavo eerder voorgesteld als een soort teruggetrokken monnik, nog steeds onderworpen aan het gezag van de abt, dan als een echte kluizenaar (Declercq, 2005).
BRONNEN
Vita metrica Amandi
Gregorius Tornacensis, Vitae patrum
INVLOED
Milo Elnonensis, Vita metrica Amandi (Declercq, 2005) (NaSo-Link)
MANUSCRIPTEN
VERTALINGEN
EDITIES
Acta sanctorum ordinis sancti Benedicti, II (Parijs, 1669) 396-403 (Link)
Acta sanctorum quotquot toto orbe coluntur, Oct., I (1765) 229-235 (Link)
Analectes pour servir à l'histoire ecclésiastique de la Belgique, 5 (Leuven-Brussel, 1868) 420-425
KRUSCH (B.), in Monumenta Germaniae Historica. Scriptores rerum Merovingicarum, 4 (Hannover-Leipzig, 1902) 534-545 (Link)
LITERATUUR
Bibliotheca Hagiographica Latina 1049
COENS (M.), 'S. Bavon était-il évêque?', Annalecta Bollandiana, 63 (1945) 229-230
DECLERCQ (G.), 'La Vita prima Bavonis et le culte de saint Bavon à l'époque carolingienne', in: E. Renard, et al. (eds.), Scribere sanctorum gesta: Recueil d'études d'hagiographie médiévale offert à Guy Philippart (Hagiologia: Etudes sur la sainteté en Occident, 3) (Turnhout, 2005) 595-626
Index scriptorum operumque Latino-Belgicorum Medii Aevi 1 (Bruxelles, 1973) 67
KRUSCH (B.), in Monumenta Germaniae Historica. Scriptores rerum Merovingicarum, 4 (Hannover-Leipzig, 1902) 528-533
VAN DER ESSEN (L), Etude critique et littéraire sur les vitae des saints mérovingiens de l'ancienne Belgique (Leuven/Paris, 1907) 349-357
VERHULST (A.), 'Saint Bavon et les origines de Gand', Revue du Nord, 68 (1986) 455-470 (459, 464-465)
WERNER (M.), Der Lütticher Raum in frühkarolingischer Zeit. Untersuchungen zur Geschichte einer karolingischen Stammlandschaft, Veröffentlichungen des Max-Planck-Instituts für Geschicht, 62 (Göttingen, 1980) 59-72
LINKS
Desiderata:


Naam van de Medewerker:
Xavier Baecke

Update:
2014-04-01 16:34:11