narrative sources
Print | Sluit venster | NaSo 1 van 1
A005
Le Congé
Li Congié(s)
13e eeuw
Gedichten
Frans
Dioc. Atrecht
Graafschap Artesië
INCIPIT
Comment que men tans aie usé/ M'a me conscienche acusé...
EXPLICIT
...Et serai fors et vertueus,/ Et drois, quant il gerront souvin..-- (Chi fine li congiés Adan)
Geslacht: M- Bio: dichter uit Atrecht, 1250-1257 mogelijk oblaat in de abdij van Vaucelles (SOCist), vanaf ca. 1280 in dienst van Robert II d'Artois, neef van de Franse koning Lodewijk IX (°ca. 1240-50/+ca. 1288).-Status auteur (orde, functie):
REDACTIE
Locatie:Atrecht (?) - Datering:1276 of 1280 (Féry-Hue) - Opdracht: /
OMVANG
156 verzen (13 strofen van 12 vs.)
CONTEXT
/
INHOUD
Gedicht gericht aan de stad Atrecht en haar inwoners, gemaakt naar aanleiding van ofwel zijn vlucht naar Douai ca. 1272 ofwel een ander vertrek uit Atrecht in 1276 of ca. 1280, waarin hij getuigt over het leven in deze stad in de 13de eeuw (Féry-Hue) Volgens Buridant was Adams "vertrek" slechts een literaire fictie, zonder dat hij werkelijk de stad verliet.
BRONNEN
INVLOED
MANUSCRIPTEN
VERTALINGEN
(Niet opgegeven) C. Buridant en J. Trottin, in Traductions des CFMA, 14 (Parijs, 1972)
EDITIES
DE COUSSEMAKER (E.), Oeuvres complètes du trouvère Adam de la Halle (Poésies et musique) (Parijs, 1872; reprint: Londen, 1966 en Genève, 1970) 275-279
DINAUX (A.), Les trouvères artésiens (Parijs-Valenciennes, 1843; reprint: Genève, 1969) 53-57
DINAUX (A.), Les trouvères cambrésiens (Parijs, 1836; reprint: Genève, 1970) 67-68 (fragment)
DITTMER (L.), The Complete Works
MÉON, Fabliaux, 1 (1808) 106-111
RUELLE (P.), Les Congés d'Arras (Jean Bodel, Baude Fastoul, Adam de la Halle), Université libre de Bruxelles. Travaux de la Faculté de philosophie et lettres, 27 (Brussel-Parijs, 1965)
LITERATUUR
BURIDANT (C.), 'Adam de la Halle', in: Dictionnaire universel des littératures, 1 (Paris, 1994) 23-24
DE COUSSEMAKER (E.), Oeuvres complètes du trouvère Adam de la Halle (Poésies et musique) (Paris, 1872; reprint: London, 1966, Genève, 1970) XIII-XXXVII, XLVI-XLVII
DINAUX (A.), Les trouvères artésiens (Paris/Valenciennes, 1843; anast. reprint: Genève, 1969) 50-58
DINAUX (A.), Les trouvères cambrésiens (Paris, 1836; reprint: Genève, 1970) 45-70
FÉRY-HUE (F.), 'Adam de la Halle', in: Dictionnaire des lettres françaises. Le Moyen Age (Paris, 1992) 40156
LARMAT (J.), 'Le coeur, le corps et l'âme dans les Congés: de Jean Bodel, de Baude Fastoul et d'Adam de la Halle', in "Et c'est la fin pour quoy sommes ensemble": Hommage à Jean Dufournet. Littérature, histoire et langue du Moyen Age (Paris, 1993) II 865-873
RUELLE (P.), Les congés d’Arras: Jean Bodel, Baude Fastoul. Adam de la Halle. (Paris/Bruxelles, 1965)
LINKS
Desiderata:


Naam van de Medewerker:
Marit Gypen

Update:
2014-02-13 11:43:42